VCA Beheersen van onvoorziene omstandigheden

Ongevallen

Een ongeval is nooit fijn. Zelfs wanneer je een ongeval net kon voorkomen, krijg je een onaangenaam gevoel.

Een incident omvat alle soorten ongevallen of gebeurtenissen die schade of letsel kunnen veroorzaken, noem je een incident.

Een letsel is schade aan de gezondheid of het lichaam van een pesson.

Schade is beschadiging van materiaal, apparatuur of de omgving.

Overzicht ongevallen

Een arbeidsongeval is een plotse en ongewenste gebeurtenis die een lichamelijk letsel heeft veroorzaakt. Dit kan tijdens je werk zijn, of op de route tussen je huis en je werk.

Een ongeval is een onverwachte gebeurtenis die schade aan een werkplkek of werkmateriaal heeft veroorzaakt.

Een bijna ongeval is een plotse en ongewenste gebeurtenis die onder andere omstandigheden schade of letsels had kuynnen veroorzaken. Er is met andere woorden nét niets ernstig gebeurt

Noodsituatie

Een noodsituatie is elke situatie die een dreiging vormt voor de veiligheid of de gezondheid van mensen.

De oorzaak van een noodsituatie kan zowel van binnen een bedrijf komen als van buitenaf. In beide gevallen moet een bedrijf een aantal maatregelen nemen die afhangen van de aard en de ernst van het voorval.

Eerste melding

Het eerste wat je bij een noodsituatie doet is de noodsituatie melden. Dat kan via telefoon naar een intern noodnummer of naar de hulpdiensten op het nummer 112. Je vermeldt altijd je naam, locatie, aantal andere aanwezigen en de ernst van de situatie

Een noodsituatie melden kan ook via een drukknop.

Handelingen en maatregelen

In de tweede fase voer je een reeks handelingen en maatregelen uit. Deze hangen af van het type noodsituatie.

Bij brand wordt er bijvoorbeeld signaal gegeven tot evacuatie, d ebrand wordt geblust en de hulpdiensten voeren reddingsoperaties uit.

Noodsituatie beeindigen

Waneer de noodsituatie afgelopen is, verklaart een gemachtigde persoon van het bedrij de noodsituatie als beeindigd en kan je opnieuw aan het werk. Deze pesoon kan alleen de noodsituatie alleen beeindigen als er advies is gekomen van de brandweer, politie, een dokter,…

VCA Beheersen van gevaren

Gevaarlijke stoffen

Een gevaarlijke stof is een stof die een gevaar vormt voor de gezondheid van de mens en voor de omgeving. Er zijn zowel gevaarlijke stoffen als gevaarlijke gassen.

Veelvoorkomende stoffen

Zuurstof, wanneer er teveel of te weinig zuurstof in de lucht is kan dit gevaarlijk zijn, normaal gehalte is 21%

Biologische stoffen zijn bijvoorbeeld schimmels of virussen die een ziekte, infectie, allergie of vergiftiging kunnen veroorzaken. Biologische stoffen komen veel voor, zoals bij afvalverwerking bij het in contact komen met dieren, bij landbouw of in de voedingsindustrie maar ook in farmaceutische omgevingen of werken in riolen en waterzuiveringsinstallaties.

Oogbescherming tegen spatten en ademhalingsbescherming

Huidbescherming en vaccinaties, zijn soms nodig tegen bepaalde infectieziektes.

Handen en gezicht wassen na contact met biologische stoffen.

Veelvoorkomende gevaarlijke stoffen

Asbest is pas gevaarlijk waneer de kleine vezels ervan loskomen. In windels rond radiatorbuizen vind je los asbest. Vast asbest wordt gevaarlijk waneer je het afbreekt. De kleine vezels die vrijkomen kunnen in je longen dringen en kanker veroorzaken. Voor je werken uitvoert, moet je in een wettelijk inventaris nagaan of er gevaar is voor asbest. Waneer je denkt dat er asbest aanwezig is, verwittig je en de opdrachtgever. Asbest moet verwijderd worden volgens wettelijke voorschriften.

Zowel nat als droog cement kan irriterend zijn voor je ademhaling, huid en ogen. Nat cement kan zelfs brandwonden veroorzaken

Zware metalen zoals lood, kwik of zink kunnen bij verbranding heel giftige dampen vrijlaten. Ze verspreiden zich dan via stofdeeltjes in de lucht en kunnen in ons lichaam terrecht komen

Kwarts zit in zand of steen. Wanneer er stof van vrijkomt kan dit leiden tot stoflong en kanker. Zo worden vloerders verwittigd voor kwartstof als zij graniet slijpen of zagen. Er zir 90% kwartsstof in graniet.

Benzeen of fenol zijn giftig of kankerverwekkend

Aardolie of oplosmiddel in verf kunnen verdampen en in het lichaam terrechtkomen. Dat kan hoofdpijn veroorzaken, maar ook de hersenen aantasten. Ze zijn vaak ook licht ontvlambaar. Schilders die jarenlang worden blootgesteld aaan oplosmiddelen kunnen last krijgen van OPS of schildersziekte: organisch psychosyndroom is een zenuw- of hersenaandoening die het gevolg is van jarenlange blootstelling aan oplosmiddelen.

Koolmonoxide of CO ontstaat bij een onvolledige verbranding. In een verbrandingsketel wordt bij een volledige CO2 gevormd. Waneer er te weinig ventilatie is, kan er koolstofmonoxide worden gevormd, bijvoorbeeld waneer je apparaat niet juist is aangesloten op de schoorsteen. Dit is zeer giftig. Het heeft geen geur of kleur waardoor het kan zorgen voor versuftheid of zelfs de dood.

Vervoer en opslag

Tijdens vervoer zijn etiketten een diamant met zwarte tekening op een gekleurde achtergrond

Gevaren pictogrammen

Oxiderend

Brandbevorderende of oxiderende stoffen maken bij contact met andere stoffen zuurstof en warmte vrij. Ze kunnen brand veroorzaken of bevorderen.

Ontvlambaar

Zerr licht en licht ontvlambare stoffen vliegen heel gemakkelijk in brand, zelfs in normale omgevingstemperaturen zoals 21°C.

Giftig

Zeer giftige of toxische stoffen kunnen bij inademen, inslikken of bij opname via de huid ernstige effecten hebben op de gezondheid, soms met dodelijke afloop.

Lange termijn gezondheids-gevaarlijk

Producten die schadelijk zijn voor de gezondheid kunnen op lange termijn ernstige gevolgen hebben

  • Kankerverwekkend zoals asbest, bezeen of dieselrook.
  • Mutagene stoffen die erfelijke of genetische eigenschappennkunnen veranderen zoals bepaalde geneesmiddelen
  • Reprotoxische stoffen die giftig zijn vvor de voortplanting en geboorteafwijkingen kunnen veroorzaken zoals alcohol, drugs, tabaksrook, lood of kwik.

Irriterend Sensibiliserend of schadelijk

Schadelijke, irriterende of sensibiliserende producten kunnen bij inademen, inslikken of bij opname via de huid beperkte maar vervelende effecten hebben op de gezondheid; Ze kunnen irritaties en ontstekingen veroorzaken bij aanraking met de huid, ogen, longen of slijmvliezen of ze kunnen allergische reacties veroorzaken. Voorbeelden zijn verf, harsen , lak vernis, lijm, houtbeschermingsproducten, solventen of schoonmaakproducten.

Gassen onder druk

Gassen onder druk kunnen gevaarlijke eigenschappen hebben, maar ook de druk waaronder het (vloeibaar) gas zich bevindt vormt geen gevaar. Een voorbeehiervan is een gasfles. Daarom mogen we gasflessen niet plat leggen.

Explosief

Explosieve of ontplofbare stoffen kunnen makkelijk exploderen als ze in contact komen met een vlam of vonk. Alle gassen zijn ook explosief. Voorbeelden van explosieve stoffen zijn buskruit, TNT of munitie.

Corrosief

Corrosieve of bijtende stoffen hebben bij aanraking een vernietigende werking op de huid, de ogen, de longen, slijmvliezen; Voorbeelden zijn ontstpper, fosforzuur of natriumhydroxide.

Gevaarlijk voor het milieu

Milieugevaarlijke stoffen hebben gevolgen voor ons milieu zoals voor de planten, het water, de fgrond, de lucht en de dieren. Zulke producten mag je niet zomaar weggooien maar breng je terug naar het recyclagepark. Voorbeelden zijn pesticiden, amonia, zware metalen of CFK’s

Blootstelling en preventie

Gevaarlijke stoffen opsporen is niet altijd makkelijk. Veel gassen zijn geurloos, je kan ze niet ruiken. Ze kunnen zich ook vermengen met andere stoffen, daardoor ruik je ze moeilijker

Elektriciteit

Elektriciteit kom je elke dag tegen en kan gevaarlijk zijn zowel voor jezelf als voor je omgeving. Een ongeval met elektriciteit kan vaak ook ernstige gevolgen hebben. Het is daarom belangrijk te weten wat elekticiteit is, welke risico’s er zijn als je met elektriciteit werkt en welke maatregelen je kan nemen.

Elektriciteit

Elektriciteit stroomt altijd tussen twee punten. Tussen deze punten zal er een verschil in energie zijn. Dat noemen we spanning. Hoe groter de spanningis, des te groter zal de stroomsterkte zijn. George Ohm ondekte een verband tussen spanning, stroomsterkte en werstand.

Dit is de wet van Ohm, als je weerstand groter wordt, zoals bij rubber, wordt de stroomsterkte kleiner. Dit zorgt ervoor dat je minder stroom voelt bij het aanraken van de elektriciteit.

Elektrisch materieel

We plaatsen vaak een bouwstroomkast of werfkast op een bouwwerf. Deze heeft een beveiliging van 300 mA voor extra veiligheid. Deze beveiliging is een hoofdlekaardschakelaar of differentieel. Per stopcontact is er zo’n schakelaar. Je moet een bouwstroomkast aarden. De juiste personen op een werf doen de controle.

Een verlengsnoer of kabelhaspel gebruik je zowel thuis als op de werkvloer. Je moet goed controleren of het maximaal vermogen van je kabel overeenkomt met het materiaal dat je wil gebruiken. Rol de kabel ook altijd af voor je hem gebruikt. Zo voorkom je opwarming van de kabel.

Statische elektriciteit

Statische elektriciteit zit niet alleen in mensen maar kan ook onstaan waneer er poeder aan hoge snelheid verplaatst wordt. Dit geldt ook bij stromende vloeistoffen, bij het spuiten van verf, bij het gebruiken van drijfriemen of zelfs bij opstijgende gasbellen.

Brand

Branden

Brand onstaat enkel als alle drie de elementen aanwezig zijn. Hij dooft waneer je één van de elementen wegneemt: zuurstof, brandstof of warmte. een stof heeft ook een vlamunt en een zelfontbrandingstemperatuur die te maken hebben met brand.

Explosies

Bij een explosie gaat de verbranding zo snel dat er druk vrijkomt. De explosie zelf, de ontploffing, zorgt ervoor dat er energie wordt weggeslingerd. Dit is een drukgolf. Deze drukgolf hoor je dan als een luide knal.

Blussen

Klasse A: Vaste stoffenbrand of droge brand

Klasse B: Vloeistoffenbrand of vette brand

Klasse C: Gasbrand

Klasse D: Metaalbrand

Klasse E: Niet geklasseerde branden

Klasse F: Brand van frituurolie of vetten

Brandwonden

Breng de mensen in de omgeving op de hoogte van de brand, doe deuren en ramen achter je dicht zodat er geen zuurstof wordt aangezogen.

Zorg eerst voor je eigen veiligheid en dan voor de andere. verlaat de brandende omgevingEen kleine brand kan je soms zelf blussen maar kies wel het juiste blusmiddel. Lukt het niet, ga dan naar de verzamelplaats en wacht op hulp van de brandweer.

Brandwonden verzorgen met lauw water gedurende minstens 15 minuten, geen vastgekleefde kleding verwijderen of zalf gebruiken tot de hulpdiensten gekomen zijn